Onthaal Oprichting Organisatie Veldtochten De Namen In Memoriam Monumenten Getuigenissen Verbond Links fr en

 

De Belgische Commandos

 

Namenlist van de Commandos
  Sneuvelden op het Ereveld

 

De Belgische « 4th Troop » of 10 Inter-Allied Commando " (10 I.A.Cdo) (" Troop " is de benaming voor een compagnie van ongeveer 100 man bestaande uit 2 secties en een staf)opgericht in 1942 onder het bevel van Kapitein Georges DANLOY, volgt in Engeland gedurende meer dan één jaar een zware opleiding en specialiseert zich in amfibieoperaties en raids.

In december 1943 zullen de Groene Mutsen deelnemen aan operaties in Italië. Eerst op het front van de "Sangro" met het 8e U.K. leger. Ze zijn de eerste Belgische militairen van de Landmacht die na 1940 als eenheid het gevecht hervatten in Europa (aanval op Petrilli). Ze zullen vervolgens ingezet worden tegen de "Gustav Line", met het overschrijden van de Garigliano en aanval van de bergtoppen "Ornito" en "Faito". Midden maart 1944 worden zij naar het eiland Vis gestuurd (Joegoslavie), van waaruit ze deelnemen aan verschillende ontschepingen op de Dalmatische eilanden, bezet door de Duitsers. Ze moeten ook op zee bevoorradingskonvooien aanvallen.

Op aanvraag van de Belgische regering te Londen, zullen de Belgische Commando's begin juni 1944 terug Engeland Vervoegen. Na versterkingen te hebben gekregen (om hun verliezen, een dozijn doden en gewonden, aan te vullen) zullen ze in augustus een verkenning opdracht uitvoeren met landing op het eiland Yeu (Vendée, Frankrijk) en zullen ze opnieuw de gelegenheid hebben zich te onderscheiden door deel te nemen aan de operatie "INFATUATE" op het eiland Walcheren.

Na de bevrijding van Frankrijk en België, hebben de Duitsers, bij het terugtrekken, hun posities op het eiland Walcheren versterkt, en ontzeggen zo de toegang tot de haven van Antwerpen aan de Amerikaanse en Britse schepen.

Walcheren moet vallen ! Maar de operatie "Market-Garden" in Arnhem vertraagt de zuivering van de schelde monding. Pas op 9 oktober 1944 valt de beslissing om de operatie te starten, die onder het bevel is van de Commandant van het 1ste Canadees leger, en zal drie fazen tellen :
- het schiereiland Zuid-Beveland ter hoogte van Woensdrecht afzonderen
- door een dubbele operatie Zuid-Beveland veroveren enerzijds door een operatie ten lande en, anderzijds, door een amfibiemaneuver met Terneuzen als vertrekpunt.
- Walcheren in te nemen door een drievoudige aanval (nauit het zuiden, het oosten en het westen)
Met het oog op die derde fase, "INFATUATE" genoemd, doet men beroep op de "4th Commando Brigade" waarvan de Belgische commando's deel uit maken.

Het eiland is ondertussen omgevormd tot een waarachtig fort, bezaaid met hindernissen en uitgerust met zware artillerie, waarvan de belangrijkste verdedigingsposities zich in het westelijk gedeelte, tussen Domburg en Vissingen, bevinden.

In de loop van de maand oktober ondergaan de verdedigers zware bombardementen door de R.A.F.. Sommige dijken begeven, het centrum van het eiland loopt onder water, maar de batterijen vuren steeds. De operatie tegen Vlissingen, Infatuate I, wordt toevertrouwd aan de 155e Brigade van de 52e Divisie UK, die versterkt wordt door 4 Commando, samengesteld uit Britten en twee Franse "Troops".

Aan boord van landingsboten verlaten de commando-eenheden Breskens om 4.30 u. Ondersteund door een intense artillerievoorbereiding ontscheept 4 Commando en richt snel een brughoofd in. Een verbeten strijd, vaak met lijf aan lijf gevechten, breekt los in de onderwatergelopen straten en de puinen te huizen.
De eerste elementen van het "4th King Own Scottish Borderers" (KOSB) ontschepen zoals voorzien om 7.30 u. De schotten dringen de stad binnen en spannen zich in om het brughoofd uit te breiden. De ganse dag wordt er hevig gevochten.

Het 5de KOSB ondervindt enige moeilijkheden wegens het hevig vuur van de zware artyillerie van Walcheren, maar omstreek 17 u. slaagt het er toch in te landen. Al haar eenheden leveren slag tot 3 u. 's morgens. Op dat ogenblik is Vlissingen bijna geheel in de handen van de geallieerde. 4 Commando trekt westwaarts in de richting van de "4th Brigade", hevig in het gevecht verwikkeld.

Tijdens de laatste dagen van oktober 1944 is de "4th Troop" gelegerd nabij De Haan, in een zorgvuldig bewaakt kamp omringd met prikkeldraad, om er hun geheime opdracht te ontvangen en voor te bereiden. De 4de Commando Brigade (4 Cdo Bde) bestaande uit de Belgen en de Noren van 10 I.A. Cdo, 41, 47 en 48 Royal Marine Commando's (R.M. Cdo) versterkt met een eskadron van 24 gepanserde voertuigen van de 79ste Divisie, staat in voor het uitvoeren van Infatuate II.

De R.A.F. die de luchtsteun moet leveren is wegens een dichte mist, in Engeland, aan de grond genageld, het is slechts wanneer de eerste landingsboten aan wal komen dat ze kan ingrijpen.

41 R.M. Cdo en de twee "Troops" van 10 I.A. Cdo zijn in bres geland. De Belgen zijn op het nippertje aan een ramp ontsnapt. De Landing Craft Tank waarin ze zitten wordt vooraan getroffen. Kapitein DANLOY geeft onmiddellijk het bevel vroeger aan wal te gaan. Onze veteranen gooien zich in het koude grijze water en rukken op naar de dijken. Wapens, munitie, en radioapparaten worden zorgvuldig boven het hoofd gehouden en druipnat vallen de commando's hun eerste objectieven aan.

41 R.M. Cdo en 10 I.A. Cdo nemen snel Westkappele in 'sNamiddag nemen de Noren en de Belgen stelling als vuurbasis voor 41 R.M. Cdo die de artillerie positie langs achter aanvalt en ook verovert.

Op 2 november trekken de twee commando eenheden naar het noorden, veroveren een batterij en vallen het dorp Domburg aan. 41 R.M. Cdo dat voorop vertrokken was en sterk uitgedund is, wordt reserve. 10 I.A. Cdo neemt dan stelling in het half veroverd dorp. 's Anderendaags wordt, met de steun van twee tanks de vordering hervat en de vijand uit het dorp verdreven. In het noorden van Domburg is de toestand niettemin nog steeds hachelijk. Twee batterijen blijven vuren. Voor de vijandelijke batterijen biedt de terrein strook die naar Domburg leidt een uitstekende defensie : links de duinen met daarachter de zee, rechts langsheen de duinen een brede bosstrook. De twee grote eenheden vorderen frontaal : 41 R.M. Cdo door de duinen, 10 I.A. Cdo door het bos in dit half overstroomd terrein, vol valstrikken, waar de vijandelijke mortierbommen inslaan en waar de vordering slechts traag is.

Op 5 november is de getalsterkte van de "4th Troop"tot 62 herleid. Net toen hun chef van plan was hen enkele uren rust te gunnen krijgt hij het bevel een sectie naar het bos te noorden van Domburg te zenden om er een vooruitgeschoven stelling in te nemen.

De dag daarop vervoegt de ganse troep de sectie. 's Namiddags wordt het bevel gegeven stelling een andere batterij aan te vallen. Luitenant MENY en zijn mannen, die de nacht doorbrachten in de gutsende regen, vorderen links; Luitenant ROMAN en zijn mannen rechts. Het gevecht breekt los in alle hevigheid. De voorposten van de batterij bezwijken onder de Belgische druk. In nauwelijks 10 minuten bereiken de commando's het centrum van de vijandelijke stellingen. Weldra zijn meer dan 100 Duitsers gevangen genomen en de laatste weerstandsnesten van de batterij worden aangevallen.

Op de linker flank blijft de A-sectie als aan de grond genageld door een ongelofelijke kogelregen, luitenant MENY tracht die te ontzetten maar hij stort neer in volle borst getroffen door een kogel. Eerste sergeant ARTEMIEFF neemt het bevel over, wordt zelf gekwetst en is vervangen door eerste sergeant DELEENER, maar de sectie slaagt er nog steeds niet in zich te ontzetten. Commando DIVE wordt eveneens dodelijk geraakt. Kapitein DANLOY ziet de ernst van de situatie in en beveelt de B-sectie, bevolen door luitenant ROMAN, langs de flanken aan te vallen. Eén voor één worden de vijandelijke stellingen veroverd en om 16.30 u. is de batterij volledig ingenomen.

Op 8 november, bij dageraad worden de batterij positie en Vrouwen-polder ingenomen door het Frans-Engels Commando dat zich in verbinding stelt met de Belgen.

Walcheren is zonder twijfel de zwaarste opdracht die de Groene Mutsen van de "4th Troop" te verduren kregen. Hun opofferingen en de verliezen (22 gesneuvelden en gekwetsten) zullen echter niet tevergeefs zijn. Op 4 november kunnen reeds drie mijnvegers de Schelde opvaren tot in Antwerpen. Vervolgens zullen een honderdtal mijnvegers gedurende 24 dagen zonder oponthoud zich inzetten om de Schelde te ontmijnen. Op 28 november bereiken drie vrachtschepen Antwerpen.

In Engeland zullen de vrijwilligers van augustus 1944 en die zojuist in Achnacarny (Schotland) hun groene muts bekomen hebben, de nieuwe 4, 9, 10 en een hoofdkwartier "Troops" vormen. De oude garde van "4th Troop", teruggekomen van Walcheren, zal er het kader van vormen, bevolen door Georges DANLOY, majoor benoemd.

Begin april 1945 vervoegen onze Commando's het dorpje Emsdetten in Duitsland en worden ze afgedeeld bij "1 Commando Brigade".

Ze banen zich een weg naar de Baltische Zee terwijl Duitse eenheden zich overgeven en ze de eerste overlevenden van de deportatiekampen ontdekken.

Op 5 mei zijn de Belgische "Troops" te Lubbeck om vervolgens de Baltische Zee te bereiken waar ze politieke gevangenen, die zich op een schip bevinden, bevrijden.

Op 9 mei zijn de vijandelijkeheden beëindigd.

Na in Italië, Joegoslavië, Frankrijk, Nederland en Duitsland ingezet te zijn geweest, zullen onze Groene Mutsen, eest te Leopoldsburg de hen toevertrouwde Belgische SS afzetten, om daarna uiteindelijk Namen en Marche-les-Dames te vervoegen waar ze het Commando Regiment zullen vormen.