|
VERHAEGEN Freddy - Lt - Mat 3834 2nd Company - 5th Pl
|
Historiek van het Bataljon Bevrijding uitgebracht door Kapitein-Commandant S. Weuts in 1977
OLt. Freddy Verhaegen
2e Compagnie – 5e peloton
stamnummer : 3834
Generaal Piron en Kapitein Didisheim spreken in hun boek met zeer veel lof,
veel sympathie en zeer veel waardering over een jonge held : Freddy Verhaegen.
Burggraaf Charles Terlinden, professor aan de Universiteit van Leuven schreef
in 1945 het boek "Un témoin du Christ aux armées – Freddy Verhaegen 1921-1944."
Zijn jeugd
Freddy werd geboren te Gent op 26 augustus 1921, als eerstgeborene van het gezin Jean Verhaegen-Simone Piers de Raverschoot, in een elite milieu, waar de adeldom zich combineert met de gevoelens en solide tradities van godsvrucht, sociale zin en vaderlandsliefde.
Zijn grootvader, baron Arthur Verhaegen is voorzitter en stichter van de Belgische Democratische Liga. Alhoewel 67 jaar, neemt hij tijdens de oorlog 1914-1918 actief deel aan het verzet. Hij wordt aangehouden en door de Krijgsraad te Gent veroordeeld. Hij sterft in 1917 aan de gevolgen van de slechte behandeling in de Duitse gevangenissen.
Zijn vader, Jean Verhaegen, student aan de universiteit te Leuven, tekent in 1914 een vrijwilligerscontract bij de Grenadiers en maakt de hele oorlog in de loopgraven mee. In 1940 is hij één van de meest actieve agenten van de informatiedienst van de weerstand. Tezamen met zijn echtgenote en twee zonen wordt hij aangehouden… Hij sterft op 17 februari 1945 een verschrikkelijke dood in het concentratiekamp te Schandelah.
In 1921 verhuist de familie naar het kasteel Blauwhuis te Merelbeke, dat aan de grootouders Verhaegen toebehoorde. Lager onderwijs geniet Freddy thuis van een gouvernante. Hij is tien jaar wanneer hij schitterend slaagt voor het ingangsexamen aan het college. 9 jaar is Freddy, als hij zijn jongste broer uit een vijver redt; zelf kan hij niet zwemmen. Hij krijgt hiervoor de Carnegie medaille. In 1938 studeert Freddy “Filosofie en Letterkunde” aan de universiteit te Gent.
Zijn vuurdoop
De tragische dag van 10 mei 1940 betekent een beslissende wending in Freddy’s leven. Pas heeft hij de Duitse aanval vernomen, of te 09.00 uur meldt hij zich reeds in de Sint Pieterskazerne te Gent als vrijwilliger. Drie keer wordt hij brutaal afgewezen. Gevolg gevende aan een oproep van de regering, vertrekt hij met twintig vrienden van het college per fiets naar Frankrijk, op zoek naar een rekruteringscentrum voor het Belgisch Leger. Na heel veel moeilijkheden, honger en gebrek aan slaapgelegenheid, geraakt hij met zijn broer Pierre en enkele vrienden te Aubenas, waar hij de capitulatie van België verneemt.
Van Aubenas vertrekt Freddy met enkele vrienden naar Parijs, waar hij zich
vrijwillig meldt als burgerwerkman bij de 13e Compagnie van het 3e Bataljon
van de Noord-Afrikaanse Groepering. Hij wordt ingezet bij de verdedigings-werken achter de Oise. De Duitsers bevinden zich nog op zestig kilometer.
Drie dagen later zijn de Duitsers vlak bij en zijn alle burgers gedeserteerd.
Freddy blijft alleen over, krijgt van de kapitein een militaire uitrusting, en
een machinegeweer. Hij heeft de verantwoordelijkheid over een groep van
veertien Noord-Afrikanen. Midden in een boomgaard krijgt hij zijn vuurdoop
van de vijandelijke artillerie... Het bataljon moet herhaaldelijk terugtrekken en steeds is Freddy daar om de terugtocht te dekken.
Op 3 juli wordt hem het Franse Oorlogskruis 1939-1940 toegekend met volgende vermelding :
“Belgische onderdaan, 18 jaar oud, student aan de Universiteit van Gent, gevlucht naar Parijs, heeft zich vrijwillig aangeboden bij de verdedigingswerken voor Parijs en wordt hiervoor op 10 juni aangeduid voor een Compagnie van de Noord-Afrikaanse Groepering. Hij blijft bij die Compagnie en wordt op zijn aanvraag ingelijfd als strijder, heeft sindsdien in alle omstandigheden het mooiste voorbeeld gegeven, wil steeds de gevaarlijkste opdrachten voor zich bewaren.”
Hij wordt eveneens vermeld op de Regimentorders van het 26e Régiment de Tirailleurs Sénégalais.
“Ondanks het gevaar, het lijden en de vermoeidheid, heeft hij zonder verpozen deelgenomen aan de gevechten aan de Seine in de Charente.
Door zijn heldhaftigheid, zijn opofferingsgeest en zijn wil kost wat kost door te vechten, heeft hij bijgedragen tot het vrijwaren van de eer van het Regiment en van het Franse Leger.”
Freddy vertrekt terug naar Aubenas om zijn broer op te halen. Op 20 augustus zijn ze terug te Merelbeke. Nauwelijks thuis zet hij zich aan het werk; in oktober behaalt hij met grote onderscheiding zijn kandidatuur filosofie en letteren. Hij gaat nu rechten studeren.
Zijn vlucht
In 1942 vindt Freddy dat het zijn plicht is zich bij de Belgische Strijdkrachten in Engeland te voegen. Hij verlaat Brussel op 28 mei 1942 om reeds op 1 juni bij de Belgische Dienst te Toulouse aan te komen. In Vrij-Frankrijk leert hij alles kennen wat de anderen ook meemaakten : gevangenissen, veroordelingen, corruptie, gidsen die niet opdagen of die hen in volle Pyreneeën in de steek laten. Tot driemaal toe neemt hij opnieuw zijn toevlucht tot de Belgische Dienst te Toulouse. De vlucht van 27 september slaagt en Freddy bereikt met een hele Karavaan vluchtelingen het Catalaanse stadje Berga. Van Berga wordt Freddy overgebracht naar Barcelona, waar hij bij burgers kan onderduiken. Op 12 oktober neemt hij met een vriend de trein naar Zarragoza om van daaruit met de trein aan de Portugese grens te geraken. Maar deze keer heeft hun Spaanse gids hen verraden en eventjes na hun vertrek houdt men hen aan. Te Lerida worden zij van de trein gezet en overgebracht naar het politiecommissariaat. Vandaar voert men hen naar een gevangenis voor politieke gevangenen van de burgeroorlog. Op 16 november worden zij overgebracht naar het beruchte kamp van Miranda de Ebro, waar Freddy, die verklaart de Britse nationaliteit te hebben, vijf maanden zal verblijven. Op 22 mei 1943 worden Freddy en vele anderen vrijgelaten en overgebracht naar Algeciras, waar zij Spanje kunnen verlaten en een vedette hen overbrengt naar de Amerikaanse paketboot Santa Rosa. Op 6 juni 1943 zet de Santa Rosa hen af te Glasgow. Na een strenge ondervraging door de Britse politie is Freddy “safe” bevonden en wordt hij op 14 juni gestuurd naar Walton Hall, waar de onderofficierenschool van de Verbindingsdienst zich bevindt.
Elitesoldaat
Op 5 november 1943 verlaat Freddy de onderofficierenschool, waar hij met een schitterend resultaat, als eerste uitkomt.
Hij bekomt dan studieverlof om de laatste proeven van zijn doctoraat in de Rechten af te leggen voor een soort middenjury. Een tekort aan studieboeken en een uitzonderlijk strenge jury zijn er de oorzaken van dat Freddy op 23 december 1943 “slechts” met voldoening zijn doctoraat in de rechten behaalt.
Na een kort verblijf bij de Belgische Verbindingsdienst te Hampstead wordt Freddy naar het O.C.T.U. (Officers Cadet Training Unit) gestuurd. Hij komt er als eerste uit en wordt op 15 juli 1944 te Londen ter beschikking van de militaire
overheid geplaatst. Op 17 juli muteert hij naar de 2e Gemotoriseerde Eenheid van de 1e Belgische Groepering.
Normandië
Van zodra de Belgische Groepering ingezet wordt, verwezenlijkt men het eerste
contact met de Duitsers door een intense patrouilleactiviteit. Freddy, zeer moedig, zeer ondernemend, iemand die zich overal weet door te slaan, zal zich
in dit soort operaties, waar de individuele kwaliteiten van de strijder van zeer groot belang zijn, uitzonderlijk onderscheiden.
Op 13 augustus loopt hij zijn eerste patrouille met luitenant Van der Veen.
Op 14 augustus is hij er weer bij voor een tweede patrouille in de richting van
Sallenelles. Een zeer bewogen patrouille, waarbij luitenant Van der Veen en
twee soldaten zwaar gekwetst worden.
In zijn velddagboek noteert hij over het verder verloop van deze patrouille :
“Ik blijf met T…in de Duitse veldlatrine, terwijl de Duitsers granaten werpen midden tussen de vrienden, die aan de andere kant van de haag gebleven zijn. Wij komen uit onze slechtruikende schuilplaats om de Duitsers te overvallen. Ik bevind me oog in oog met een mof op ongeveer twee meter. Hij schiet een bui met zijn Spandau (machinegeweer), ik riposteer met mijn sten (mitraillette). De Mof werpt een granaat. T… en ik werpen ons neer om de scherven te vermijden en trekken ons in allerijl terug. Ik loop nog een patrouille met Van C… en G… en ik vergis me van weg bij het terugkeren.”
De volgende dag, 15 augustus, terwijl hij met zijn patrouille terugkomt, ontmoet hij onderluitenant Raymond Van Remoortele, plaatsvervanger van onderluitenant Van der Veen.Hij heeft de opdracht met zijn peloton (het 5e)
als gevechtspatrouille anderhalve kilometer door te stoten. Freddy spoedt zich
naar de commandopost om zijn patrouilleverslag af te geven en keert alleen en vrijwillig terug naar de gevechtspatrouille. Hij doorkruist een mijnenveld en
achterhaalt het peloton op het ogenblik dat er zich zware ontploffingen voordoen. Het peloton is bij een boomgaard in een mijnenveld terechtgekomen en Duitse mitrailleurs schieten hardnekkig op de mannen die overal verspreid liggen. Freddy zoekt Raymond Van Remoortele, maar vindt hem niet. Ook met een patrouille die hij in versterking gevraagd heeft, kan hij de gekwetsten
niet recupereren.
De volgende morgen trekt Freddy met een grote vlag naar het Rode Kruis naar
de vijandelijke lijnen. Hij komt terug met drie zwaar gekwetsten en het lijk van Raymond Van Remoortele. Om deze opdracht te mogen uitvoeren heeft Freddy zijn bataljonscommandant moeten overtuigen hem de toelating te geven,
de gekwetsten te gaan halen. Vier mannen van het 5e peloton werden door mijnen gedood. Het hele peloton en vooral Freddy worden op de dagorders vermeld, Freddy zal voortaan hun commandant zijn. Dit peloton, dat grotendeels uit oud-legionairs bestaat, is één van de moeilijkste om te bevelen.
Op 30 augustus kan Freddy, Kolonel Piron overhalen een patrouille te zenden naar de overkant van de Seine. Samen met drie Franse verzetslieden steekt Freddy, in burger en met valse papieren, de Seine over. Hij verblijft 24 uren aan de overzijde en wint er zeer nuttige inlichtingen in over de stellingen van de Duitsers en over de bezetting van Le Havre. Deze expeditie, door Freddy als een eenvoudige wandeling beschouwd, had verregaande gevolgen voor de geallieerden. Dank zij Freddy’s inlichtingen kan de Duitse artillerie uitgeschakeld worden en kan Le Havre met een minimum aan verliezen ingenomen worden. De commandant van de 9e Britse Divisie draagt Freddy voor om een hoge Britse onderscheiding.
Leopoldsburg
11 september 1944 te 05.00 uur ’s morgens verlaat de 2e Gemotoriseerde Eenheid Brussel. Het eerste objectief is het Kamp van Beverlo, waar Freddy
hoopt zijn vader en zijn broer, die politieke gevangenen zijn, te kunnen verlossen. Tot zijn grote ontgoocheling vindt hij hen niet… ze werden reeds overgebracht naar het concentratiekamp van Schandelah…
Freddy die denkt dat zijn vader misschien al thuis is, schrijft hem :
“Wij bevinden ons dicht bij een kamp vol politieke gevangenen. Ik had gedacht U hier te kunnen bevrijden.” Deze morgen heb ik mijn eerste serieuze actie als onderluitenant volbracht. Wij moesten bij dageraad aanvallen. Ja, ik had niet geslapen en was ’s morgens een beetje zenuwachtig. Maar alles is heel goed gegaan. Dit belet niet, dat ik de verantwoordelijkheid over een heel peloton op mij voel wegen. Ik had nooit gedacht, dat het zoveel zorgen zou meebrengen. De Moffen hebben hier
wreedheden begaan. Gisteren fusilleerden ze twaalf jonge mannen en ook dertig politieke gevangenen van het kamp. Mijn manschappen zijn zo opgehitst, dat ik goed moet oppassen of ze wurgen de gevangenen. In alle geval, geen medelijden met de SS.”
Kamp van Beverlo september 1944.
Thorn – Freddy ‘laatste patrouille.
Op 25 september herneemt de Brigade Bevrijding de zegevierende opmars langs de grote baan van Maaseik naar Venlo. Het peloton van Freddy, steeds in de voorhoede, steekt als eerste de Hollandse grens over en bezet een steenbakkerij te Thorn.
Steenfabriek Thorn 1944, meest vooruitgeschoven post van de Brigade Piron. Van hieruit vertrekt Freddy in de late namiddag met drie van zijn manschappen en een Hollandse weerstander op verkenning naar de Oostrand van het dorpje Wessem.
De Duitsers ontketenen een artilleriespervuur. De toestand wordt onhoudbaar, maar Freddy wil zijn opdracht niet opgeven. Hij geeft zijn manschappen het bevel zich in dekking op te stellen en gaat alleen verder.
Plotseling zakt hij ineen. Men hoort hem roepen : “Ik ben gewond. Het is niets. Trek U terug, ik kom.” Men ziet hem nog zijn schoen uitdoen. Hij heeft een verschrikkelijke wonde aan de voet. Hij kruipt nog enkele meters verder en dan scheurt een tweede wonde hem de flank open.
Betonnen paaltjes, iets verder het bruggetje. |
Plaats waar OLt. Freddy Verhaegen getroffen werd. |
Freddy ligt nu op zijn rug tussen twee hooioppers…
Zijn mannen trachten hem tevergeefs te benaderen, maar het vijandelijk spervuur is ondoordringbaar. Bij het vallen van de nacht komen zijn manschappen terug in de lijnen. Vrijwilligers bieden zich aan om Freddy te gaan halen. Maar onmiddellijk herneemt het Duitse spervuur. Brandprojectielen zetten de twee hooioppers in brand. De plaats is verlicht zoals bij klaarlichte dag. Uren gaan voorbij. De kans om Freddy nog levend
terug te halen is nu zeer klein. Wanneer het vuur van de hooioppers uitdooft,
kan een derde patrouille tegen drie uur in de morgen Freddy terug in de eigen lijnen brengen. Het is helaas te laat. Freddy sterft te midden van zijn peloton.
Café Keyers in de Hoogstraat te Thorn anno 1944, op dat ogenblik ingericht als staf van de 2e compagnie. Hier werd OLt Freddy Verhaegen in de nacht van 25 op 26 september 1944 afgevoerd.
Hij werd op een biljarttafel gelegd voor onderzoek, maar Dr. Van de Oever kon enkel het overlijden vaststellen. OLt Verhaegen was reeds bezweken aan zijn reeds opgelopen verwondingen.
Kapitein Didisheim schrijft aan Mevrouw Jean Verhaegen :
“…Wij beschouwen allen uw zoon Freddy als de HELD van onze eenheid. De gedachtenis die hij tussen zijn vrienden en soldaten laat, is niet alleen deze van een vriend, maar is waarlijk de incarnatie van alle kwaliteiten van moed, van onverschrokkenheid en van intelligentie.”
Begrafenis Freddy Verhaegen te Merelbeke
VAARWEL FREDDY – ADIEU FREDDY
Fotomateriaal : Anton Meijster (Thorn) en Didier Dufrane.