MATHIEU Marcel - Sdt - Mat 4761

3de Compagnie

 

Sdt Marcel Mathieu
3e Compagnie
Stamnr : 4761

Verborgen strijd voor de vrijheid.

Het verhaal van Marcel Mathieu is eigenlijk goed voor een scenario van een Hollywoodiaanse oorlogsfilm, zoals er waarschijnlijk veel zouden gemaakt kunnen worden. Het begon allemaal toen als hij als jonge kerel in die tijd op de vlucht sloeg voor de vijand en hij via Frankrijk tenslotte Spanje bereikte waar hij door de Franco-gezinde overheid gevangen werd gezet en overleefde tussen mensen van internationale afkomst waaronder ook vele joden . Hij moest zich om veiligheidsreden zelfs een andere naam aanpassen en werd voor al die tijd “Armand Parmentier” bij gebrek aan andere papieren... Tijdens de Tweede Wereldoorlog kreeg het kamp Campo de concentración de Miranda de Ebro, een alternatieve bestemming: illegale buitenlanders werden in afwachting van hun uitzetting te Miranda de Ebro geïnterneerd. Deze zogenoemde illegale groep bestond uit vluchtelingen (joods en niet-joods), neergeschoten piloten, geallieerden militairen en zelfs Duitse deserteurs of collaborateurs.Toen de liefde tussen Franco en de Duitsers over was werden ze na twintig maanden vrijgelaten, en begon een exodus naar de vrijheid vóór hij via 3 weken Madrid, waar hij wachtte op de nodige papieren, en 2 maanden Lisabon uiteindelijk werd ingescheept naar Gibraltar, toen nog steeds in Engelse handen.
We schrijven nu 1943 en een vloot vertrok voor een lange tocht van 10 volle dagen en nachten richting Glasgow. In die tijd verzamelde een hele vloot zich in de buurt van de Azoren om zich te kunnen voorbereiden op de grote bevrijdingsdag. Ondanks de schrik voor de aanvallen van de Junkers en U-boten van de Duitsers verliep de tocht bijna vlekkeloos. Men noemde hen later de Engelandvaarders

Marcel was ingelijfd in de Belgische “Brigade Piron” bij de derde compagnie. Brigade die om en bij de 2.100 soldaten telde.
Een mooie herrinnering voor Marcel zijn ook de vele verhaaltjes daar ter plaatse zoals die dag dat hij besloot om Canterbury te bezoeken met een geleende fiets van de concièrge.
Op een dag werden ze klaargestoomd om de grote bevrijding mee te maken. Het grote avontuur begon in Tilbury waar hij in de vooravand de boot op moest voor een 10 uur durende wachttijd. De strijd om gans Normandië wordt vaak verkeerdelijk gesymboliseerd door de eerste dag van de ontschepingen, namelijk D-day, 6 juni 1944. Feitelijk gaat het hier over een lange periode van aanhoudende en bloedige gevechten die doorgingen tot eind augustus. De ergste gevechten vonden plaats vanaf 10 juni en zouden duren tot eind augustus. De invasie van Frankrijk ging gepaard met de ontscheping van ongeveer 2.500.000 manschappen op de Normandische kusten tussen 6 juni en 20 augustus 1944. De eerste dag ontscheepten 136.000 man, nog twee en een halve maand zou de ontscheping duren. De Brigade Piron is aan de beurt gedurende de eerste dagen van augustus, samen met de Nederlandse brigade "Prinses Irene" van LtCol de RUYTER van STEVENICK, de 2de Franse Pantserdivisie "Leclerc", maar ook de 1st Pools Tankdivisie van Generaal-majoor MACZEK en de Tsjechoslowaaks Tank Brigade van Generaal-majoor LISKA.
De bevrijding van Belgie kon beginnen, waarna werd doorgestoten naar Nedererland en dan verder richting Duitsland, waar Marcel tenslotte werd gekazerneerd op 15 augustus 1945 in Herschveld.


In totaal kreeg Marcel 8 frontstrepen en zou vandaag nog de laatste overlevende zijn van de Oostvlaamse afdeling van de Brigade Piron.
Sinds kort is de 91 jarige kranige man van zijn huisje in de Nieuwe baan verhuist naar St Martens Lierde waar hij in zijn serviceflat geniet van de verdiende rust.
Pittige anecdote : toen Marcel zichzelf niet meer kon behelpen vroeg hij om opgenomen te worden in het Denderoord... Geraardsbergen had geen plaats in zijn bejaardentehuizen voor de oudstrijder...hij zou nog te goed zijn om daar te verblijven...een volk is pas groot als het zijn helden eert ... gelukkig vonden we een plaatsje in een privéflat al was  Marcel liever in “zijn” Geraardsbergen gebleven tussen bekende gezichten. T’ja, de geschiedenis herhaalt zich !

Tekst gestuurd door zijn klein neef Johan Hellinckx

 

Article van de Niewsblad – Geraardsbergen – Editie van donderdag 10 November 2011
Oud-strijder blikt terug op oorlogsjaren door Jan Lion

“Ik ben heel vaak bang geweest aan het front”


GERAARDSBERGEN - Op elf november mag dan wel de Wapenstilstand van 1918 herdacht worden, ook de oud-strijders uit de Tweede Wereldoorlog worden die dag in de schijnwerpers gezet. Een van hen is Marcel Mathieu (91) uit Geraardsbergen. Hij speelde vanaf 1944 een actieve rol in de bevrijding als soldaat bij de Brigade Piron. 'Het was een verschrikkelijke tijd!'
Marcel is ondanks zijn hoge leeftijd nog heel strijdvaardig en heeft een ijzeren geheugen. Als Marcel over zijn ervaringen vertelt, wordt iedereen muisstil want wat de man tijdens de oorlogsjaren beleefde, lijkt een scenario voor een spannende oorlogsfilm. 'Ik ging op de loop voor de Duitsers, ik had immers helemaal geen zin om opgepakt te worden om in Duitsland verplicht te gaan werken.' Voor Marcel het begin van een odyssee die in 1945 alsnog eindigde in Duitsland maar dan niet als gevangene, wel als zegevierend soldaat.
Maar eerst verging het Marcel heel wat minder goed tijdens de oorlog. Hij vluchtte via Frankrijk naar Spanje maar werd daar door het Francoregime in de boeien geslagen. Marcel kwam in een concentratiekamp terecht tussen Joden, gevangen genomen geallieerde soldaten en deserteurs. Na twintig harde maanden in het kamp werd Marcel vrijgelaten. Via Madrid en Lissabon ging hij per schip naar Engeland. En daar sloot hij zich aan bij de Brigade Piron, een eenheid die samengesteld was uit Belgische soldaten.

Jongste soldaat

In augustus 1944 maakte de Brigade de oversteek naar Frankrijk. 'We zijn toen in het dorpje Sallenelles geland en hebben daarna Honfleur en Harfleur bevrijd. De Duitsers boden fel weerstand. De eerste dode van onze compagnie was meteen de jongste soldaat, een trieste gebeurtenis.'

De Brigade Piron stootte door richting België en Marcel trok langs Doornik en Halle naar Brussel. 'Geraardsbergen lag helaas niet op onze route. Ik had nochtans heel graag mijn ouders bezocht want die wisten toen niet of ik er al dan niet in geslaagd was te ontsnappen aan de Duitse werkkampen.'
De Brigade rukte verder op door Nederland en Duitsland. Marcel weerde zich heel dapper en kreeg acht frontstrepen. Toch ziet hij zich niet als een oorlogsheld. 'Ik ben heel vaak bang geweest aan het front. Wie zegt dat hij dat niet was is een leugenaar.'


Na de oorlog ging Marcel aan de slag in het ministerie van Financiën in Brussel. Hij dacht er nog vaak terug aan de oorlogsjaren en hield heel wat documenten en foto's bij. De oud-strijder koestert onder meer zijn soldijboekje en aanwervingsdocument bij de Brigade Piron. 'Maar het was vooral een verschrikkelijke tijd die ik niet meer wil meemaken.'

Bron : http://www.nieuwsblad.be