Victor VANDERBRUGGE - Sergent - Matricule 2375

1e Compagnie - 5e Peloton - 3e Sectie

 

 

 

Sgt Vanderbrugge Victor
1e Compagnie - 5e Peloton - 3e Sectie
Stamnummer : 2375

 

Geboren te Gent als oudste zoon van een zeer geëerde familie in de bekende wijk van het Rabot (op 15 november 1923).
Vader zaliger Vanderbrugge,  was een zelfstandige drukker,  de harde werker die twee zonen grootgebracht heeft waarop hij terecht,  tot op zijn laatste levensuren trots kon zijn.
Van zijn vader heeft Victor het karakter meegekregen dat hem nu zo typisch is,  d.w.z. recht voor de vuist,  geen omwegen,  minzaam in de omgang,  plichtsbewust maar vooral :  hij was een vriend.
Het spreekwoord zegt “Vrienden kent men in nood” en dit is zeer juist.  Ik kan er van meespreken.  Zijn jeugd was zoals velen van ons er één kenden :  kleuterschool,  gemeenteschool,  middelbaar onderwijs,  nu en dan eens helpen met vader in de drukkerijen,  plots oorlog.

Victor Vanderbrugge was 17 jaar,  de vaderlandsliefde had reeds vat op hem en zoals velen van ons wilden hij zich verdienstelijk maken.
Het laatste schip uit Calais – ja beste vrienden,  U hebt het geraden – het oude Deense wrak “De Leka” was voor hem,  zoals voor velen van ons,  de redding om te ontsnappen aan de “Deutsche Wehrmacht”.  Als 17 – jarige vluchteling werd “Den Vic” opgenomen bij een Engelse familie te Londen Finsbury Park,  bij Mr. en Mrs. Panell,  groentehandelaars,  die zelf twee kinderen hadden.  Victor werd loopjongen want zijn vader had hem leren werken.  Velen van ons kennen Londen gedurende de “Blitz” maar Victor slingerde met zijn bakfiets door het verkeer – links natuurlijk,  door Londen en vele Londense huisvrouwen waren verslingerd op de “little belgian refuge”, die steeds op tijd hun “shoppings” thuis bezorgde.  Niet alleen de bestellingen maar ook het werk in de winkel was hem niet te zwaar.

Daar had Victor geluk.  Als 17 – jarige jongeling in een vreemd land vond hij bij Mr. en Mrs. Panell,  met dochter Kitty en zoon Harry,  respectievelijk 18 en 14 jaar,  een tweede thuis.  Nog steeds bestaan vriendschapsbanden en bezoeken over het kanaal zijn niet zeldzaam.
De tweede verdienste die vader Vanderbrugge zijn zoon had meegegeven,  namelijk plichtsbewust zijn,  nam de bovenhand van zodra Victor vernam,  dat er een Belgisch leger in Groot Brittannië bestond,  en in oktober 1942 was de “Belgian Army” een lid sterker,  namelijk Private G.B 2375 Victor Vanderbrugge.

Na de opleidingsperiode te Leamington-Spa werd hij ingedeeld in de 1e Onafhankelijke Cie te Chepstow (Wales) bij Lt. Van Laethem.  Het zou Victor niet geweest zijn,  had het anders moeten gaan,  maar weldra kreeg hij de grootste eer die een “Brits” soldaat kon ontvangen,  namelijk een benoeming van “Lance-corporal” en spoedig nadien “Full-corporal”.

Tijdens één der landingsoefeningen met “scherp” te Lowestoft,  velen onder ons weten wat dit betekent – werd hij zeer ernstig gekwetst.  Een verminking die Victor zijn ganse leven moest meeslepen.  Hospitaal,  ziekteverlof,  Mrs. Panell,  zijn pleegzuster,  pleegbroeder en tenslotte Mr. Panell waren oorzaak dat Victor paraat was voor het grote avontuur :  NORMANDIE.

De veldtocht kan of zal ik U niet vertellen.  Meer bevoegde personen hebben dit reeds in geuren en kleuren neergeschreven,  maar ergens te velde in Holland gedurende onze 1e campagne gebeurde het.
Sectie-overste G.B. 2375 Vanderbrugge werd met zijn sectie ver voor onze 1ste linie aan het Kanaal van Wessem ingezet,  zonder radio,  zonder verbinding,  zonder zich af te vragen wanneer de aflossing kon geschieden.  Het fatale gebeurde :  een gevechtspeloton van de “Herman Göring” – divisie was hun te sterk en de Belgische sectie onder leiding van Sgt. Victor Vanderbrugge,  werd krijgsgevangen genomen in oktober 1944.  Folteringen en de Duitse manier van ondervragen werden de zijne.  Vergeet niet dat onze sectie-overste de enige gegradueerde was,  en alles wilden de op dat ogenblik geprikkelde Duitsers van hem te weten komen.  Geen woord kwam over zijn lippen betreffende onze sterkte,  onze stellingen,  onze Amerikaanse hulp.  Gevolg : naar het krijgsgevangenkamp.  Dagen en dagen zonder voedsel,  te voet door Holland en Duitsland,  naar dit verschrikkelijke kamp tot eindelijk in april ’45 Victor bevrijd werd door de Amerikanen te Frankfurt a/Main.

Op dat ogenblik dankt Vanderbrugge zijn leven aan een onbekende Amerikaanse dokter die hem onmiddellijk met een speciaal vliegtuig overbracht naar een Hospitaal – niet achter de lijnen,  maar direct naar Londen.  Hij was de uitputting nabij.
Londen – Mr. en Mrs. Panell,  zijn tweede thuis – ze brachten hem terug tot een min of meer normaal mens tot eindelijk in juli ’45 hij terug was in Gent bij zijn familie.
Zijn gezondheid was nog steeds beneden alles,  en harde dagen en maanden heeft hij moeten doorbijten.  Dokters,  ontberingen,  verpleegsters waren ‘schering en inslag’ in deze periode,  doch Victor wilde en zou dit ook te boven komen.  Plots kwam in zijn sombere leven een straaltje zon,  een reddende engel in de persoon van Mej. Van Wettere,  verpleegster-ambulancierster van het Rode Kruis.  Hij werd verliefd,  vroeg haar ten huwelijk en om hem nog beter te kunnen verzorgen werden zij in augustus ‘47 Mr. en Mevr. Vanderbrugge-van Wettere.

 

Gehuwd,  goed en wel,  maar van de liefde kan men niet eten.  De studies waren in 1940 onderbroken.  Geen diploma,  geen stabiele betrekking,  dus opnieuw beginnen.
Met de hulp van Mevr. Vanderbrugge lerares en later schoolhoofd,  begon Victor opnieuw.  Hij liet zich inschrijven in de school “Clement Thiry” :  avondlessen voor een leergang van 5 jaar boekhouding en fiscaal recht.  Dit waren niet zijn enige activiteiten want intussen werkte hij als bediende-boekhouder in een Gentse textielfabriek,  en was medestichter in 1945 van de huidige “Verbroedering der Oud-Strijders – Brigade Piron”, afdeling Oost-Vlaanderen.  Hoe kon het anders,  maar Victor nam de grootste verantwoordelijkheid op zich,  namelijk de functie van secretaris en door zijn aangeboren diplomatie kreeg ondergetekende de functie van voorzitter en leerde hij
Victor Vanderbrugge kennen.  Iedereen kijkt nu verbaasd op.  Jawel,  wij zijn samen vier lange jaren in Engeland geweest,  bijna 3 jaar in hetzelfde leger en nooit hadden wij elkaar ontmoet.  Wat wij wel weten,  is dat hij bij zijn aankomst in het Belgisch Leger te Chepstow,  in mijn leegstaand bed heeft geslapen,  daar op dat ogenblik Uw dienaar,  de toenmalige korporaal,  in een Engelse “Battle School” zijn brood verdiende.  Is dat de oorzaak geweest van onze verstandhouding?  Ik denk het.
Intussen zijn wij aanbeland in 1964 en Victor is de fiere bezitter van een diploma “Expert-boekhouder”.
De sombere triestige dagen zijn voorbij.  Lange jaren van werken en studie,  zodat de beloning voor volhouden niet achterwege kon blijven.  Waardering van het individu begint nu de zijne te worden.  In dezelfde school waar hij de lessen volgde,  gaf hij nu zelf les.  Secretaris zijn zit hem in het bloed,  en daar ook op diezelfde school wordt hij bestuurder.  In zijn stad helpt hij vele jonge afgestudeerde boekhouders en bedienden aan een vaste betrekking en in 1953 is hij zelf werkzaam als boekhouder in een zeer gekend energiebedrijf van het land.  Zijn opgang gaat steeds verder… zowel in onze verbroedering waar hij sinds jaren behoort tot het “Uitvoerend Comité” als in zijn werkkring.

Als citaat van zijn rechtstreekse overste kreeg ik het volgende :  “Dhr. Victor Vanderbrugge is een ordelijk,  zorgzaam en zeer gewaardeerd bediende in de personeelsdienst Gent”.  Hij wendt steeds zijn beste krachten aan om de hem toevertrouwde taken met discretie,  stiptheid en nauwgezetheid uit te voeren.  Hierbij mag nog gezegd worden dat hij een paar niet te onderschatten kwaliteiten als “mens” bezat :  dienstvaardig,  joviaal en aangenaam in de omgang zorgt hij te allen tijde voor een uitstekende verhouding met zijn collega’s.
Ziedaar iemand van “bij ons”.  Maar wat wij allen,  beste vrienden,  zowel U of ik in hem bewonderden,  is dat hij steeds de eenvoudige goede “korporaal” gebleven is,  de vriend van allen,  en de enige bezitter van het ereteken van het G.H. Luxemburg.

 

J. Casteleyn
Voorzitter - Gent


Kerkhof Moortsele,  aan de laatste rustplaats van Andre Delmaire.
v.l.n.r. : Victor Vanderbrugge,  Snoeck A,  Eric Delmaire en rechts met bloemen voorzitter J. Casteleyn.